Als fondsenwerver ben je een spin in het web. Van het jongleren met verschillende kanalen tot het vinden van de juiste boodschap om je donateurs te raken: jij doet het allemaal. We duiken in 5 situaties die iedere fondsenwerver herkent. En we laten je zien hoe juist data je in deze situaties uit de brand kan helpen. Want je hoeft geen data-fanatiekeling te zijn om met data te werken. Of beter gezegd: om data vóór je te laten werken.
Er is aan het eind van het jaar onverwacht nog wat budget vrij voor werving. Maar wat ga je ermee doen?
Plotseling wat extra budget krijgen voor fondsenwerving is zowel een zegen als een uitdaging. Extra budget is fijn, maar hoe bepaal je waar je dit nog snel voor het eind van het jaar aan uitgeeft? Tip: duik eens in de cijfers van je organisatie. Wat gaat er minder goed en waar liggen kansen? Zijn er bepaalde doelstellingen waar je flink achterloopt? Is de uitstroom van je achterban hoger dan vorig jaar? Zet vervolgens juist op het probleemgebied je extra budget in. Daarmee geef je het geld uit met zoveel mogelijk impact, omdat je niet alleen op de korte termijn focust en het ‘snel’ binnenhalen van wat inkomsten. Door te investeren op de probleemgebieden zie je misschien niet hetzelfde jaar nog resultaat, maar haal je op de lange termijn wel meer uit je investering. Daarmee til je je fondsenwerving naar een hoger niveau.
Je bent bezig met een TM-campagne, maar het aantal bereikte mensen is erg laag.
Als je een laag responspercentage in een telemarketingcampagne hebt, kan dat ontmoedigend zijn. Maar het biedt ook waardevolle inzichten voor de toekomst. Vaak krijg je van het telemarketingbureau een bestand teruggeleverd, waarin ook de non-respons is opgenomen. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien irrelevant, maar het analyseren van alle beschikbare data, inclusief non-responsgegevens, is cruciaal. Als je weet waarom mensen niet reageren, bijvoorbeeld door een ‘niet in gebruik’-toon, kun je de kwaliteit van je telemarketingbestanden verbeteren. Want waarom zou je deze mensen volgend jaar weer bellen? Zo kun je ook met ‘negatieve’ data de effectiviteit van je campagnes vergroten.
Waar blijft de tijd?! Je hebt verschillende kanalen te bedienen en weet niet hoe je je tijd en aandacht moet verdelen.
Het werken met verschillende fondsenwervingskanalen voelt soms als een voortdurende race tegen de klok. Hoe verdeel je je tijd het beste? Data is je geheime troef. Door te analyseren welke kanalen de meeste inkomsten genereren, kun je bepalen welk kanaal het belangrijkst is voor je organisatie. Vervolgens kun je je tijd gelijkmatig verdelen. Zorgt telemarketing bijvoorbeeld voor 40 procent van je fondsenwervende inkomsten? Dan besteed je idealiter ook 40 procent van je tijd aan dit kanaal. Op deze manier werk je een stuk efficiënter én effectiever.
Je hebt een direct mail verstuurd naar je achterban en jouw collega’s zijn na een week benieuwd hoe het ervoor staat.
Na een week heb je zeker wel wat respons binnen, maar hoe geef je dan al een indicatie van hoe het met de mailing gaat? Geen paniek: zelfs zonder veel responscijfers kun je inzicht krijgen in het succes van je direct mail (DM). Analyseer de respons van eerdere DM’s na een week: hoeveel procent van de uiteindelijke respons was toen gemiddeld binnen? Ook kun je terugkijken naar DM’s met een vergelijkbaar onderwerp: hoe verhielden de resultaten van deze DM’s zich ten opzichte van hele andere onderwerpen in het jaar? Deze inzichten geven je een handvat om te voorspellen wat de respons na een week zegt over het uiteindelijke resultaat.
Je komt als relatiemanager voor grote gevers tijd en handen tekort voor 1-op-1 contact.
Als relatiemanager voor grote gevers kan het soms voelen alsof je niet genoeg tijd of middelen hebt om elk contact persoonlijk en goed te onderhouden. Maar heroverweeg eens wie je als ‘grote gevers’ beschouwt. Data kan je hierbij helpen. Vaak is de definitie van een grote gever iets als ‘alle particuliere donateurs die minimaal x bedrag hebben gegeven in de afgelopen y maanden’. Als je de definitie aanpast, bijvoorbeeld door het minimumbedrag of de gemeten periode aan te passen, verandert de grootte van de groep. Misschien kom je dan op een realistischer aantal voor 1-op-1 contact uit? De rest kan als middle donor in een 1-op-weinig benadering belanden.
Zie je door de bomen het bos niet meer? Je kunt altijd nog starten met het markeren van goud, zilver en brons aan contactpersonen of donateurs. Het goud verdient altijd de hoogste prioriteit en mag nooit uit het oog verloren worden. Het zilver krijgt wel persoonlijk contact, maar niet de hoogste prioriteit. Het brons heeft potentieel, maar benader je alleen op een campagne achtige manier. Richt je strategie op de meest kansrijke relaties en optimaliseer waardevolle 1-op-1 contacten om de betrokkenheid van grote donateurs te vergroten. En blijf meten en evalueren: leer van je successen en mislukkingen en pas je strategie daar op aan.